Leestijd: | 19 februari 2019
In de boekenkast van Bram van Grootheest staan zeker tien Bijbelvertalingen. “Ik realiseer mij steeds meer hoe bevoorrecht ik ben,” zegt de directeur van Wycliffe Bijbelvertalers Nederland. Zo’n 400 jaar geleden werd opdracht gegeven om de eerste, officiële Bijbelvertaling in het Nederlands te vertalen: de huidige Statenvertaling. “Wat zou het mooi zijn als we de miljoenen die we investeren in allerlei nieuwe Nederlandse vertalingen, ook besteden aan hen die nog geen enkel Bijbelboek in hun taal hebben. Met hetzelfde doel als 400 jaar geleden,” stelt de directeur in een interview met cip.nl.
Waarom is de Nationale Synode van Dordrecht zo belangrijk als het gaat over Bijbelgebruik in Nederland?
“Tijdens de Nationale Synode werd besloten om een standaardvertaling in het Nederlands te introduceren, de Statenvertaling. Twintig jaar later was deze vertaling een feit. Voor miljoenen mensen werd het daardoor veel makkelijker om met de Bijbel in aanraking te komen. Tot 1951 is dit dé Nederlandse Bijbelvertaling gebleven. Intussen zijn er vele Nederlandse vertalingen verschenen.”
Wat zegt die gebeurtenis over het belang van het werk van Wycliffe Bijbelvertalers?
“Nog altijd wachten miljoenen mensen op een Bijbelvertaling in de eigen moedertaal. De bijbelarmoede is schrijnend. Wereldwijd beschikken zo’n 1,5 miljard mensen niet over een eigen Bijbelvertaling. Zij zijn aangewezen op een Bijbel in een andere taal.
Onze ervaring is dat de toplaag van de bevolking in de meeste landen goede scholing heeft gehad en de landstaal goed beheerst. Maar wie mensen ontmoet in afgelegen gebieden, zal merken dat de kennis van de landstaal over het algemeen heel beperkt is. Daarom is de roep om een Bijbel in de moedertaal zo groot. Regelmatig krijgen we berichten van predikanten die heel veel tijd en energie kwijt zijn aan het in eigen woorden vertalen van Bijbelteksten en preken. Die tijd besteden zij veel liever aan Bijbeluitleg.
Bovendien zijn Bijbelvertalingen in de eigen taal nodig om mensenharten te bereiken, stellen deze predikanten. Als het gaat om geloofsgroei en -verdieping is een vertaling in de eigen taal ook een must. Veel mensen voelen een afstand tussen de Bijbelse boodschap en henzelf.”
Dus de roep om een eigen Bijbelvertaling komt vanuit de mensen zelf?
“Dat klopt,” antwoordt de directeur. “In de afgelopen decennia zijn veel meer landen met het werk van Wycliffe in aanraking gekomen.” Ter illustratie verwijst hij naar Indonesië. “Vanuit een kerk op het eiland Sulawesi kwam de vraag om hulp, zodat zij een Bijbelvertaling in één van de lokale talen kunnen maken. Het mooie is dat kerkleiders daar zelf van tevoren al over hebben nagedacht door capabele mensen te selecteren die het vertaalwerk op zich kunnen nemen. Vanuit Wycliffe zorgen wij vervolgens voor begeleiding en de middelen.”
In een recente blog schreef je over Reza. Waarom is zijn verhaal met betrekking tot Bijbelvertaalwerk zo relevant?
“Reza kwam als vluchteling uit een Aziatisch gesloten land en vond onderdak in Duitsland. Omdat hij zijn kritiek op de islam niet wilde verbergen, voelde hij zich genoodzaakt om zijn land te ontvluchten. Via een landgenoot werd hij in Duitsland op het Evangelie gewezen. In eerste instantie wilde hij er niets mee te maken hebben. Op een gegeven moment heeft Reza vanuit nieuwsgierigheid een kerkdienst bezocht. Daar kwam hij ‘toevallig’ diezelfde landgenoot tegen. Door die bijzondere ontmoeting werd Reza stilgezet en is hij tot geloof in de Heere Jezus gekomen. Later is hem gevraagd om mee te werken aan de totstandkoming van een Bijbelvertaling in de taal waarin hij is grootgebracht. Zo mag hij op afstand tot zegen zijn voor zijn landgenoten. Dit laat zien dat God de vluchtelingenstroom ten goede gebruikt!”
De noodzaak van Bijbelvertalingen is na 400 jaar niet verdwenen. Wat zijn belangrijke verschillen tussen de tijd van de Nationale Synode en nu?
“De wereld is kleiner geworden. Dankzij moderne media zijn de vele verschillende talen en volken dichterbij gekomen. Inmiddels zijn in ieder land christenen te vinden. Dat was 400 jaar geleden nog niet het geval. Met name in de vorige eeuw is het christendom wereldwijd enorm gegroeid. Ook groeit het bewustzijn dat er jarenlang te weinig oog is geweest voor de onbereikte volken. Een voorbeeld is Indonesië, het grootste moslimland ter wereld. Sommige eilanden zijn bijna volledig islamitisch. De uitdaging is om daar het evangelie te brengen en daar is Bijbelvertaling in de lokale taal heel belangrijk! De talen waarmee onze vertalers druk zijn bevinden zich met name in landen die moeilijk bereikbaar zijn. We zijn dankbaar dat we als Wycliffe Nederland per jaar gemiddeld in 10 talen vertaalwerk mogen opstarten en ondersteunen.”
In de boekenkast van Bram bevinden zich zeker tien Nederlandse Bijbelvertalingen. “Ik realiseer mij steeds meer hoe bevoorrecht ik ben.” Zijn wens is dat boekenkasten in een land als Benin ook vol komen te staan met Bijbels. “Als het goed is wordt daar eind dit jaar een Nieuwe Testament in één van de lokale talen gepresenteerd. En dat na vijf jaar werken aan een vertaaling, een relatief korte periode. Het vertalingsproces is door het toegenomen opleidingsniveau van vertalers en de komst van steeds betere computers en programma’s versneld. En dat is goed nieuws!”
Dit artikel verscheen onlangs op cip.nl. Meewerken aan het Bijbelvertaalwerk? Dat kan! Bid mee via de Wycliffe Gebedskalender of steun ons werk financieel.