Leestijd: 3 minuten | 13 januari 2020
“Je denkt vaak aan Azië en Afrika als gaat over zendingswerk, maar het verbaasde me dat er in Europa nog talen zijn waar de Bijbel nog niet in is vertaald.” Dit zijn de woorden van Marlute van Dam. Zij is coördinator van een Bijbelvertaalproject in Zuid-Roemenië en taalkundig en exegetisch adviseur voor het Romani Team. Een hele mond vol. Maar wat houdt haar werk precies in en waarom is ze dit bijzondere werk gaan doen?
Marlute, jouw werk in Roemenie, wat houdt dat precies in?
“Ik werk al vijf jaar met de Roma, een zigeunervolk, in Roemenië. Daar zijn we met Wycliffe bezig aan een project dat draait om de vertaling van de Bijbel in het Romani, de zigeunertaal. Het vertaalwerk wordt gedaan door de Roma; die kunnen dat beter dan ik. Mijn werk is om hen te begeleiden. Ik beheers de Hebreeuwse en Griekse taal en met die kennis kan ik de vertalers adviseren in de keuzes die zij moeten maken voor hun werk; ‘welke expressie uit het Romani kun je beter gebruiken om een Hebreeuwse expressie het beste weer te geven?’ is een vraag die dan langs kan komen.”
Waarom ben je dit werk gaan doen?
“Toen ik veertien was kreeg ik de wens om de wereld van het Bijbelvertaalwerk in te gaan. Ik wist nog niet precies hoe ik die wens in wilde vullen. Daarom nam ik contact op met Wycliffe Bijbelvertalers en zij gaven me advies. Na de middelbare school ben ik taalwetenschappen gaan studeren. Aan het einde van mijn studie ben ik opnieuw naar Wycliffe gestapt. Er waren een aantal projecten waar mensen voor gezocht werden, waaronder in Azië. Maar met een project in Roemenië had ik meteen een soort klik. Ik heb een tijdje in Frankrijk gewoond voor mijn studie en ben toen met verschillende Roma in contact gekomen. Ik had er nooit aan gedacht dat deze mensen tot zo’n belangrijke missie behoorden. Je denkt vaak aan Azië en Afrika als gaat over zendingswerk, maar het verbaasde me dat er in Europa nog talen zijn waar de Bijbel nog niet in vertaald is. Het Romani was zo’n taal. Ik voelde me geroepen om daar aan mee te helpen.”
Waarom is er in Roemenië nog Bijbelvertaalwerk nodig?
“Mijn eerste doel is niet zozeer het bekeren van mensen, maar het ondersteunen van de kerk. De Roma gaan gewoon naar de kerk, maar de diensten zijn in het Roemeens en ingericht naar Roemeense gewoonten. We willen de Roma ondersteunen door hen helpen om de Bijbel goed te leren begrijpen en dat kan het beste in hun eigen taal. Deze mensen hebben een achtergestelde positie in Roemenië, waardoor ze een soort minderwaardigheidsgevoel ontwikkelen. Dat zie je terug in hun manier van geloven. Ze bidden in het Roemeens tot God omdat ze denken dat Hij hun cultuur n taal niet ‘accepteert’. Ik probeer hen te laten inzien dat God hun taal spreekt en dat de cultuur van de Roma goed genoeg is voor God.”
Wat betekent de vertaling voor de Roma?
“Mensen worden echt geraakt als ze de Bijbel in hun eigen taal horen; het komt op een nieuwe manier binnen. Als je alleen al als Nederlander tegen de Roma in hun taal spreekt, zie je dat dat al iets met hen doet. Iemand heeft de moeite genomen om hun taal te spreken en hun cultuur te leren kennen. Zo kun je iets van Gods liefde laten zien. Ik heb regelmatig meegemaakt dat mensen spontaan in tranen uitbarstten wanneer ik met hen in het Romani sprak. Ze voelden zich gewaardeerd. Dat zorgt voor een nieuwe drive om door te gaan.”
Marlute, hoe heb je de stap naar Roemenië ervaren?
“Sommige mensen vragen of het is wat ik ervan verwacht had. Dat was het zeker niet. Ik ben dankbaar voor alle mensen die ik heb mogen ontmoeten en het werk dat ik tot nu heb mogen doen, maar het leven is veel primitiever dan in Nederland; je moet zelf een vuurtje voor de warmte stoken en zelf achter de kippen aanrennen voor een stukje vlees. Ik ben in de stad opgegroeid en heb een andere kant van het leven, het leven op het platteland leren kennen. Daar ben ik wel dankbaar voor.
Ik blijf me erover verwonderen dat ik mag meewerken aan Gods missie. Soms lukt het ook niet. Ik wilde een Bijbelstudiegroep opzetten, maar het kwam niet van de grond. Ik wilde dat plan opgeven, maar juist op dat moment kwam er een vrouw naar me toe die vertelde hoe ze verlangde naar een Bijbelstudie-uurtje. Het was alsof God door die vrouw tegen mij zei: ‘Je hoeft het niet allemaal zelf te regelen; luister maar naar Mij, Ik doe het werk.’ Als ik het zonder God zou moeten doen, was ik er allang mee gestopt.”
Marlute voelt zich inmiddels thuis in Roemenië. “Ik mis mijn familie wel, maar ik ben min of meer geadopteerd door een familie in het dorp waar ik woon. Daardoor voel ik minder heimwee. Het is natuurlijk wel anders, maar het is echt een tweede thuis geworden. Als ik in Nederland ben, mis ik ook weer een stukje Roemenië. Het is altijd fijn om je familie en vrienden weer te ontmoeten, maar in Roemenië word ik ook met veel warmte ontvangen. Al die factoren geven moed, ook voor de komende jaren.”
Dit artikel over het werk van Marlute in Roemenië verscheen eerder op cip.nl.