Leestijd: 3 minuten | 12 januari 2021
Het was voor Irma* al duidelijk: ze wilde als vertaaladviseur aan de slag in een moslimgebied. Haar informatie werd doorgestuurd naar verschillende landen. Meerdere afdelingen in het veld wilden haar hebben, maar rust kreeg Irma niet. Tot de roep kwam vanuit Bergland* in West-Azië, een gesloten land waar vervolging van christenen een ‘normale’ zaak is. Irma: ‘Deze roep sprak mij erg aan, ik ben gaan bidden en God zei “ja”. Het is niet altijd makkelijk. Maar niemand heeft gezegd dat het zonder ongemakken zou gaan’.
Een doordeweekse middag, voor het eerst dit jaar breekt het lentezonnetje door. Irma geniet zichtbaar van het weer, maar vooral van de vrijheid die ze deze dagen in Nederland ervaart. ‘Ik kan weer gewoon met iemand in gesprek gaan. Normaal gesproken moet ik goed opletten bij alles wat ik doe, dit vanwege de vervolging. De overheid van Bergland houdt buitenlanders goed in de gaten.’ Haar tijd in Nederland is voor Irma dan ook een verademing: ‘Die ruimte om alles in vrijheid te doen: dat is heel fijn!’
Roeping en vervolging
Vertaaladviseur word je niet zomaar. Er gaan een paar jaren studie aan vooraf. Zo ook bij Irma: ‘Ik heb altijd iets met taal gehad, ben meer van de woorden dan de cijfertjes. En als je dan ook iets met zending wilt, is Wycliffe Bijbelvertalers een goede plek. Na een aantal gesprekken ben ik naar Engeland gegaan om daar de Biblical & Intercultural Studies op te pakken. Na afronding van Theologie met als specialisatie Bijbelvertalen aan de Vrije Universiteit in Nederland, was het tijd om uitgezonden te worden. Toen was al duidelijk dat ik in de Kaukasus aan de slag zou gaan. Dat betekende dat ik eerst naar Rusland moest verhuizen om daar Russisch te leren en kennis te maken met de cultuur.’
Het lijkt allemaal vanzelfsprekend, maar over één ding is Irma heel duidelijk: ‘Ik ervaar dit werk als roeping. Ik weet zeker dat God mij wil gebruiken en Hij heeft dat ook meerdere malen bevestigd. En ja, soms was ik het niet eens met de beslissing van God en dan deed ik er een paar maanden over om het wél met Hem eens te worden.’
“Als je langere tijd in een gesloten land woont en te maken hebt met vervolging, dan merk je een soort geestelijke druk.”
Bruggen bouwen
Het feit dat er weinig christenen wonen in het gebied waar Irma werkt, maakt het uitdagend. ‘We werken in verschillende fasen. Eigenlijk ben je aan het pionieren, contacten leggen en vertrouwen winnen. We proberen aansluiting te vinden door het maken van culturele producten, bijvoorbeeld een kalender met spreekwoorden van de lokale bevolkingsgroep waar ik in werk. Een andere fase is dat je probeert een brug te bouwen tussen hun cultuur en de Bijbel. Dit kan door bijvoorbeeld een video te maken over de Bijbelse profeten, aangezien moslims een link hebben met profeten. Je zoekt naar interesses om daar bij aan te sluiten. De laatste fase is het echte Bijbelvertaalwerk en het bevorderen van het Bijbelgebruik
De vraag rijst of er wel behoefte is aan een Bijbel. Als er weinig christenen in het gebied wonen, waarom zou je dan de Bijbel vertalen? Irma: ‘De mensen in de bevolkingsgroep waar ik werk zijn ‘naamchristenen’, het christen-zijn is voor hen cultureel bepaald. Eigenlijk zijn ze hun wortels kwijtgeraakt. De leiders van de bevolkingsgroep willen terug naar de bron. Er worden mensen getraind om priester te worden, zodat er ook weer een kerk gestart kan worden. Dit is allemaal om erkenning te krijgen, het gaat hun om de cultuur. In dat licht wil men ook een Bijbel. Ik merk weinig geestelijke honger. En toch, bij de plaatselijke bevolking zie ik dat ze het interessant vinden. Als mensen de Bijbel krijgen, dan doet het wel z’n werk. Alles wat men krijgt in de eigen taal vindt men interessant. Dus ze gaan het zeker lezen.’
Vervolging
Toch is het niet makkelijk om een Bijbelvertaalproject van de grond te krijgen in Bergland: ‘De omgeving is instabiel. In één dag kunnen dingen veranderen: wetten, regels, alles. De overheid houd je als buitenlander voortdurend in de gaten. Het gaat hier om vervolging. Als ik probeer om contacten te leggen met de lokale bevolking, dan trekt dat aandacht. Zelfs als het louter gaat om culturele dingen. Logeren in het dorp waar ik voor werk is ook lastig, want het trekt de aandacht van de lokale overheid. En als je een boek over religie wil drukken, dan moet het eerst langs de Staatscommissie van Religie voor goedkeuring.’
Naast het feit dat de overheid niet mee werkt, merkt Irma vooral een geestelijke strijd. ‘Als je langere tijd in een gesloten land woont, dan merk je een soort geestelijke druk. Er is iets wat duister is en je probeert te ontmoedigen. Ik vergelijk het ook weleens met lopen door nat zand. Je komt wel vooruit en je went eraan. Maar als je daarna op droog zand loopt merk je opeens verschil.’
Verschil maken
Ondanks de moeilijkheden van het werken in gesloten gebied, heeft Irma hier bewust voor gekozen. ‘Juist met al die uitdagingen blijf ik hier werken. Ik denk dat dit een land is waar Bijbelvertaalwerk het meest nodig is. Er zijn in dit land weinig christenen. Als wij hen niet vertellen over de liefde van Jezus, wie doet het dan?’
Dit artikel verscheen eerder in ons magazine Volken & Talen. Lees hier meer verhalen over vertaalwerk in gesloten landen.
* Vanwege veiligheidsredenen zijn de namen in dit artikel gefingeerd.