Leestijd: 3 minuten | 23 december 2014
De jonge Willem was een echt ‘stadsjochie’, zoals hij zelf zegt. Hij was erg druk en speelde veel op straat. Willem is opgegroeid in Utrecht en kwam uit een moeilijke thuissituatie. Hij gedroeg zich niet zo best.
“Mijn ouders hadden vaak ruzie en leefden in onmin met elkaar. In het gezin was veel schuld, schaamte en angst voor veroordeling. Als kind neem je die spanning mee, en dat uitte zich op school en op straat, aldus Willem. Hij herinnert zich hoe hij allerlei streken uithaalde met zijn onderwijzers, van wie er een gezegd zou hebben: “Je doet mijn bloed koken.”
Op zijn negende kreeg Willem een auto-ongeluk en heeft een paar dagen in coma gelegen. Toen hij thuis kwam moest hij nog een tijd op bed blijven. Toen is hij boekjes gaan schrijven.
Al tekenend leerde hij Jezus kennen
Willem begon met het schrijven van verhalen met illustraties, en speelde uitgeverijtje onder de naam: ‘De Vink’. Dit waren gewoon fantasieverhalen, spannende avonturenverhalen, maar Jezus kwam er ook altijd in voor. Willem had een bewondering voor Jezus die het gat opvulde dat zijn vader had achtergelaten nadat zijn ouders waren gescheiden. Jezus was de persoon met wie hij kon praten en waar hij zich aan kon optrekken. Jezus was Degene die hem vasthield en die hem leerde om veroordeling in zijn leven geen kans te geven. Dit hielp hem om van zichzelf en van anderen te leren houden.
Naarmate Willem meer leerde over Gods genade, kwamen deze thema’s ook sterker naar voren in zijn tekeningen. Zo ontstond er in Willem het verlangen om zendeling en journalist te worden. Hij vertelde andere mensen dat hij journalist wilde worden. Dit was het enige woord dat hij als kind kende om te omschrijven wat hij later wilde worden.
Op school sprak hij vrij over Jezus met zijn vriendjes. Toen hij tiener was, ging hij met zijn moeder naar het trainingscentrum van Wycliffe in Engeland. Daar zag hij hoe er op Wycliffe onderwijs werd gegeven in taalwetenschappen en Bijbelvertaalwerk. Zo kreeg hij een interesse in talen en ontstond het idee om Gods’ Woord bekend te maken onder andere culturen.
Ontstaan van het stripboek ’Jezus Messias’
‘Dit was mijn droom, mijn visie, ik hou van Jezus’, zegt Willem. ‘Ik wilde mensen bekend maken met Jezus, mijn Held’. Willem had het verlangen dat het stripboek over de hele wereld verspreid zou worden in zoveel mogelijk talen. Hij besteedde anderhalf jaar aan het maken van het stripboek.
Dit was geen gemakkelijke taak. De staf van Wycliffe wees Willem op bepaalde problemen waar hij tegen aan zou lopen bij het maken van een strip. Beeldtaal is weliswaar universeel, maar wordt niet altijd onmiddellijk begrepen. Mensen die niet opgegroeid zijn met strips begrijpen niet wat het voorstelt. Bepaalde effecten en close-ups dien je te vermijden. Als je bijvoorbeeld alleen een hoofd tekent, denken lezers die niet in een beeldcultuur zijn opgegroeid, dat het hoofd is afgehakt.
Willem moest ook rekening houden met bepaalde culturele gebruiken bij het maken van zijn tekeningen, zoals het eten met de rechterhand. Dit is een gebruik in landen waar veel moslims wonen. Daar wordt alleen de rechterhand gebruikt voor activiteiten als eten en handen schudden, terwijl de linkerhand gebruikt wordt om jezelf te wassen.
Voor de huidskleur heeft Willem voor een donkere huidskleur gekozen, omdat dit in veel landen de meest voorkomende huidskleur is. Voor het tekenen van Jezus heeft Willem gekozen voor een stoere vent, “omdat je het gewoon 64 bladzijden met Hem moet doen …”. Hij heeft ervoor gekozen om zich niet teveel in te laten met historische of afleidende details. Hij wilde het geheel zo eenvoudig mogelijk houden. In zijn tekeningen wilde hij vooral de persoon van Jezus centraal stellen.
Het kleurgebruik valt op in het stripboek van Willem. De kleur rood verwijst naar het bloed van Jezus. Alleen Jezus heeft die kleur. Na de opstanding heeft hij Hem symbolisch de kleur wit gegeven. Het kleurgebruik ontwikkelt zich tijdens het verhaal. Eerst worden vooral de kleuren blauw en groen gebruikt. Naarmate de spanning in het verhaal stijgt, verandert de kleur in oranje en rood dat steeds donkerder wordt bij het naderen van het moment van de kruisiging.
Achteraf heeft Willem nog enkele wijzigingen aangebracht, om te voorkomen dat bepaalde details teveel van het verhaal zouden afleiden. In sommige tekeningen kon je de knie van Jezus zien en heeft hij de kleding langer moeten tekenen om geen aanstoot te geven aan lezers met een moslim achtergrond. En voor de katholieke uitgaven heeft hij de kruimels weggehaald bij het breken van het brood, omdat dit voor de katholieke gelovigen een probleem was. Er mag immers niets verloren gaan bij de eucharistieviering.
Het was een hele onderneming, maar uiteindelijk verscheen in 1993 het eerste stripboek ‘Jezus Messias’ met hulp van Wycliffe Nederland en door inzet van de stichting ‘Universal Language’ die Willem samen met zijn vrouw had opgezet. Later werden hier nog 34 Bijbellessen aan toegevoegd en zes jaar later begonnen Bijbelvertaalteams met de vertaling ervan in andere talen.
Jezus spreekt onze taal
Vandaag is het stripboek ‘Jezus Messias’ te verkrijgen in 65 talen en het kan door elke taalgemeenschap in de wereld vertaald worden als daar behoefte aan bestaat. In veel landen wordt het gebruikt als hulp bij alfabetisering. Recentelijk schreef iemand uit Soedan aan Willem, dat hij voor het eerst de boodschap van het evangelie had begrepen door het lezen van het stripboek. Hij voegde daar aan toe: “Nu is Hij van ons, want Hij spreekt onze taal.”
Willem die zichzelf spreker, schrijver en tekenaar noemt, is bescheiden over zijn bijdrage. Als hij hierover spreekt, zegt hij: ‘Ik hou van Jezus, en ik kan tekenen, daarom heb ik dit stripboek over Jezus gemaakt’.
Hij deelt een boodschap met ons uit Joh. 15:8, wat hem altijd geholpen heeft in zijn leven: “Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt; en gij zult Mijn discipelen zijn.” (Statenvertaling). Dit vers vertelt ons dat we uniek zijn, aldus Willem. “Je bent zo geschapen, dat er uit komt wat er in zit.” Anderen kunnen genieten van wie je bent en wat je doet. De een doet dat met tekeningen, anderen geven zorg aan andere mensen of worden leiders van een organisatie. Dat is Gods doel met je leven.
En het stripboek?
“Het stripboek is nu eigenlijk de zendeling geworden. Die doet zijn eigen werk. En soms ga ik er achteraan.”
Meer informatie
Klik hier voor meer informatie over het Jezus Messiasstripboek-project van Wycliffe.
Tekst en foto’s: Geert Hoekstra