Leestijd: 3 minuten | 17 april 2019
“Ik ben broeder Stefanus. Ik heb twee jaar in de gevangenis gezeten. Weet je zeker dat je niet bent gevolgd?” Mijn ogen glijden het eettentje rond waar ik net heb plaats genomen. “Volgens mij niet,” zeg ik, “maar zeker weten doe ik het niet…” Een dag voor deze afspraak met Stefanus ben ik aangekomen in dit gesloten land.
Hoewel het geslotene mij op het eerste gezicht niet eens opvalt: op de luchthaven word ik vriendelijk ontvangen, de douane noteert mijn gegevens en ik mag snel doorlopen. Ik beland in een aantrekkelijk uitziende hoofdstad. Er staan nog veel gebouwen uit de koloniale tijd en langs de boulevards is het een drukte van belang. Toch bekruipt mij een ‘unheimisch’ gevoel. Waarom krijg ik in het hotel bijvoorbeeld een andere wifi inlogcode dan mijn medereiziger? Het is slim geweest om het advies op te volgen om geen laptop mee te nemen op deze reis.
Honger naar Bijbelvertalingen
Ik ben hier om vanuit Wycliffe het Bijbelvertaalwerk te onderzoeken in de vele talen die het land rijk is. We werken samen met een partnerorganisatie uit een buurland. Er is een grote honger naar Bijbelvertalingen onder de bevolking van dit gesloten land. Een deel van de christenen in dit land is lid van een aantal door de overheid gecontroleerde kerken, maar er is ook een netwerk van ondergrondse kerken. Daar komen mensen in het geheim bij elkaar die voortdurend op hun hoede moeten zijn. Enkele honderden christenen zitten op dit moment in de gevangenis. Allerlei vragen schieten door mijn hoofd en houden mijn gedachten bezig: ‘Doe ik er wel goed aan om hier te zijn?’ ‘Breng ik mensen niet in gevaar?’
Zegen voor de kerk
Dan brengt de stem van broeder Stefanus mij terug naar de realiteit. Ik kijk op en zie zijn vriendelijke gezicht. Hij lijkt blij te zijn om me te ontmoeten. “Dit is een grote bemoediging,” zegt hij, “we hopen echt dat door de vertaling van de Bijbel de kerk gezegend mag worden.” Ik knik hem toe en geef aan dat dit ook onze wens is. Maar toch voel ik de drang om op te staan en weg te lopen. Word ik straks op mijn schouder getikt en meegenomen voor ondervraging? Wat als ik zelf twee jaar word opgesloten? Zal ik dan net als Paulus in de gevangenis een loflied zingen, of als Petrus vóór de haan kraait mijn Meester driemaal verloochenen? Ik blijf toch maar rustig zitten en eet mijn pizza op.
“Het zal lastig worden om goede vertalers te vinden,” vervolgt Stefanus zijn verhaal. Ik heb een tijdje geleden een christelijke conferentie bijgewoond in een buurland en moest daarvoor illegaal de grens oversteken.” “Waarom ben je teruggekomen?” De vraag is eruit voordat ik er erg in heb. “Omdat de kerk ons hier nodig heeft,” antwoordt Stefanus glimlachend. “Er zijn veel mensen die tot geloof komen, zij moeten onderwezen worden.” Enigszins beschaamd geef ik aan dat dit inderdaad erg belangrijk is.
Vertalen in gesloten landen
“We kunnen er ook voor kiezen om de Bijbel in het buurland te laten vertalen,” zegt Stefanus. “Er wonen daar veel landgenoten die gevlucht zijn. Maar dan lopen we tegen een ander probleem aan: hoe komt de Bijbel dan bij de mensen hier? Dat zou dan ondergronds moeten gebeuren, daarbij lopen we het gevaar dat gelovigen een illegaal boek in huis hebben.” “Zou de overheid wel toestemming geven voor publicatie als er vertaald is in eigen land?” vraag ik aan Stefanus. “Misschien,” antwoordt hij. “Bij toestemming zou verspreiding wel makkelijker worden, maar de overheid kijkt dan wel mee. Het is de vraag of zij akkoord gaan met de vertaling van Bijbelse teksten waarin staat dat het dienen van God belangrijker is dan het dienen van de overheid.”
We eten onze pizza op en gaan uit elkaar. Het eerste contact is gelegd en ideeën zijn uitgewisseld. We spreken af dat we de komende tijd gebruiken om de plannen uit te werken voor het vertalen van de Bijbel in de talen van dit gesloten land. In het vliegtuig terug naar huis besef ik hoezeer de ontmoeting met Stefanus mij heeft geraakt. Eén vraag blijft maar door mijn hoofd spoken: ‘Zou ik zingen of Hem verloochenen?’
Dit artikel verscheen onlangs in ons magazine Volken & Talen. Meewerken aan het Bijbelvertaalwerk? Dat kan! Bid mee via de Wycliffe Gebedskalender of steun het werk financieel.
Help mee vertalen
Ondersteun het Bijbelvertaalwerk!