Leestijd: | 24 oktober 2017
Ik leerde hem kennen naar aanleiding van een mooie gift voor het werk van een Wycliffe veldmedewerker in Papoea-Nieuw-Guinea. Die dag moest ik in Den Haag zijn en bracht deze man een bezoek om hem te bedanken voor zijn giften. We hadden een mooi gesprek over wat ons aantrekt in het Bijbelvertaalwerk. Zijn motivatie om het werk te ondersteunen is dat hij graag wil dat de mensen in Papoea-Nieuw-Guinea ook een Bijbel ontvangen in hun taal en die kunnen lezen. Daarnaast gaf hij aan dat hij zijn geld wel kan geven aan grote organisaties, maar dan komt het op een ‘grote hoop’. “Bij Wycliffe kan ik het verschil maken.”
Tijdens zijn werkzame leven heeft hij een goede baan gehad, veel verdiend, maar leeft hij sober. Voor de zending maakt hij een uitzondering. Hij geeft veel, maar met een diepe overtuiging. Een tijd later liet hij mij weten dat hij aan Wycliffe Bijbelvertalers had gedacht in zijn testament. Hij wil dat na zijn dood het werk in Papoea-Nieuw-Guinea door kan gaan en dat het werk afgerond kan worden, ook als hij er niet meer is.
Vorige week was ik opnieuw in Den Haag en ging ik weer bij hem langs. Ik tref hem aan, liggend in bed. Het lijkt of zijn einde nadert. Hij is snel oud geworden. We praten over het leven en over het werk van Wycliffe wereldwijd. Bij ons afscheid groeten we elkaar: ‘Tot ziens, hier beneden of daarboven.’ Met een brok in mijn keel vertrek ik.
Wat een bemoediging dat mensen het Bijbelvertaalwerk willen steunen, ook na hun overlijden. Wat laat u na?
Bram van Grootheest
Deze column verscheen onlangs in Wycliffe Nieuws. Meer informatie over nalatenschappen? Klik hier