Leestijd: 2 minuten | 11 juni 2021
Ik hoor het vaak om mij heen: ‘de jeugd heeft de toekomst’. Het zijn niet alleen politici of marketingmensen: ook in de kerk hoor ik dit de mensen zeggen. We hebben soms onze zorgen over de volgende generatie, terecht of onterecht, dat laat ik in het midden. Wat ik wel weet is dat deze zorgen over de jeugd ook spelen in Kenia.
Bijbelvertaalwerk is werk van lange adem, soms werk van jaren. Voordat we starten met het vertalen van de Bijbel onderzoeken we of een taal levensvatbaar is. Beter gezegd: spreekt de jeugd over tien jaar deze taal nog, of neemt het gebruik van de taal af?
De jeugd heeft de toekomst. Natuurlijk vertalen we de Bijbel vanuit het verlangen van de huidige generatie, maar we vertalen ook met het oog op de volgende generatie. Juist hen gunnen we een Bijbel in de taal van hun hart. Zodat zij met elkaar van hart tot hart kunnen praten over liefde en vergeving.
In Kenia ziet men het belang van een Bijbel in de eigen taal. Met man en macht wordt gewerkt om het Woord van God beschikbaar te maken in de taal die onderling gesproken wordt. Ogen gaan open voor de boodschap van het Goede Nieuws, levens veranderen en worden vernieuwd.
Ook in de toekomst willen wij doorgaan met het ondersteunen van Bijbelvertaalprojecten. En niet alleen in dit Afrikaanse land, maar wereldwijd blijven we werken om de Bijbel toegankelijk te maken in de taal van ieders hart. Doet u mee?
Deze column van onze directeur Bram van Grootheest verscheen eerder in Wycliffe Nieuws.