Leestijd: | 11 september 2019
Wonen in de Kalahariwoestijn bij de San, beter bekend als de Bushmen en de Bijbel vertalen in het Naro, één van de talen van de San. Het klinkt wellicht niet als de droom van de gemiddelde Nederlander. Toch ziet het leven van Hessel en Coby Visser er sinds 1991 zo uit. Toen werden ze door de CGK Urk-Maranatha uitgezonden naar Botswana in samenwerking met Wycliffe Bijbelvertalers. Tijdens hun verlof in Nederland, sprak CIP.nl met hen over het werk dat ze doen.
“Heel kort door de bocht kun je het samenvatten met Bijbelvertaalwerk”, begint Hessel. “Wij werken trouwens niet alleen in Botswana, hoor. We wonen er al 28 jaar, maar we werken in heel zuidelijk Afrika; Namibië, Angola, Mozambique, etc. Ik ben adviseur op gebied van het vertaalwerk en Coby richt zich meer op de toepassing ervan; Scripture engagement.” Coby: “Engagement betekent verloving; een stuk betrokkenheid. Je probeert het samen.” Hessel vervolgt: “Om het simpel te houden; ik zorg ervoor dat de Bijbel vertaald wordt en Coby dat deze gebruikt wordt.” Coby legt daarop uit: “Er is in Botswana geen leescultuur. Veel mensen kunnen niet eens lezen. Je kan ze dan wel een Bijbel geven, maar dat heeft geen zin. Je moet dus een plan maken hoe ze de Bijbel goed kunnen gebruiken. Een soort marketingstrategie is het.”
Coby ziet zegen op het zendingswerk doordat de gemeente groeit: “We zijn daar gedropt en hadden bijna niets; een tentje en een pot. Daar moesten we het mee doen. De kerk was een klein groepje mensen onder een boom. Als je nu kijkt; er komen zo’n dertig, veertig volwassenen en soms wel zestig kinderen op zondag. Op die dag hebben we de hele dag kerk. Na de dienst drinken we koffie. Daarna hebben we Bijbelstudie. Vervolgens zingen de mensen met elkaar; ze gaan maar door. Je ziet de kinderen spelen en zingen. En nu wij er niet zijn, doen ze dat ook. Wat een zegen! God bouwt daar Zijn kerk. De mooiste vrucht die we zien op ons werk.”
Begin als zendelingen
Na een jaar gestudeerd te hebben, wist Hessel niet goed wat hij moest doen, maar God maakte hem duidelijk dat hij het Woord moest verspreiden: “Op welke manier dat zou zijn, wist ik nog niet. Ik was niet zo’n prater, dus zendeling in het buitenland worden, stond zeker niet bovenaan mijn lijstje. Op verschillende momenten legde ik aan God voor of Hij me duidelijkheid wilde geven. Het lezen in de Bijbel heeft me daarbij op weg geholpen. Daarnaast heb ik gekeken wat mijn gaven waren en wat de Heere daarmee wilde. De naam van Wycliffe Bijbelvertalers kwam tijdens die periode in mijn gedachten, waarom weet ik niet. Ik heb het als leiding gezien. De Heere heeft het steeds bevestigd in de loop van de jaren. En later kwam ik ook Coby tegen, die eigenlijk haar eigen verhaal heeft.”
Coby: “Ik heb tien jaar voor de klas gestaan. In die tijd zong ik heel vaak het lied Zend Ook Mij van Elly en Rikkert. Mijn moeder zei al: “Als je de zending ingaat, heb je er echt zelf om gevraagd”. Ik ben Hessel tegengekomen en hij legde de taak die hij gekregen had voor. Hij zei: “Als je dit ziet zitten, kan ik met je verder. Het is niet iets voor twee jaar, maar voor je hele leven”. Daar had ik vrede mee.”
Naro en wiskunde
Hessel: “De taal waarmee we werken, Naro, is heel bijzonder. Ik vind het prachtig. De analyse van deze kliktaal was niet altijd even makkelijk, maar met mijn wiskundige achtergrond, was het wat eenvoudiger. Sommige mensen denken dat je met wiskunde niets kan in de zending, maar taalanalyse is een en al wiskunde. Taal zit vol structuur. In het Nederlands heb je bijvoorbeeld: “De man ziet het huis”. Onderwerp, werkwoord, lijdend voorwerp. Als je zegt: “De man het huis ziet”, vinden we dat raar. In het Naro werken ze met die volgorde; onderwerp, lijdend voorwerp, werkwoord. Je hebt ook geen voorzetsels, maar ‘achterzetsels’. Bijvoorbeeld: “Huis het in,” in plaats van: “In het huis”. Als je de structuur in je hoofd hebt, kun je het beter analyseren. Daarmee kun je oefeningen maken om het beter te leren. Naro kent vier klikgeluiden. Elk van die vier heeft zeven variaties.” “Je hoort al die kliks alsof het dezelfde zijn,” zegt Coby, “maar Hessel ging die analyseren en daarna bleek dat er een structuur in zat. Zo kon hij een overzichtje maken; hij kon voorspellen en zo analyseren hoe de taal in elkaar zat. Met wiskundig inzicht ontdek je dat makkelijker. Zonder wiskunde was de Narobijbel er waarschijnlijk niet geweest.”
Volgens Hessel kan iedere christen iets van God zichtbaar te maken: “Het gaat niet alleen om je persoonlijke Bijbellezen, maar weet dat we ook een taak hebben in deze wereld. We worden aangespoord om andere mensen het Evangelie te vertellen; om het geloof uit te dragen. God plaatst je op een plek waar je tot bloei kan komen.” Coby voegt hieraan toe: “Men denk altijd dat zending alleen het Evangelie verkondigen is. Maar er is zoveel meer. Ik heb een leesmethode ontwikkelt, zodat de mensen daar beter kunnen leren hoe zij de Bijbel kunnen lezen. Er is zoveel nog wat bij kan dragen aan de uitbreiding van Gods koninkrijk. God gebruikt iedereen met zijn of haar gaven. Zending betekent gestuurd worden met een bijzondere opdracht; wij ontvangen een zegen om door te geven. Hier is dat net zo hard nodig.”
Dit artikel verscheen onlangs op cip.nl. Meewerken aan het Bijbelvertaalwerk? Dat kan! Bid mee voor Hessel & Coby via de Wycliffe Gebedskalender of steun het werk financieel.